woensdag 1 maart 2017

De gemotiveerde hoogbegaafde: een contradictio in terminis?

Afbeeldingsresultaat voor puber motivatie


“Als u hem maar de ruimte in zijn autonomie geeft op school, dan gaat het fantastisch met onze zoon”. Vol verbijstering kijk ik beide ouders aan. We zitten aan tafel om te praten over de resultaten van deze jongen. Het enige waarover zij willen praten, is in welke mate wij hun hoogbegaafde zoon zijn autonomie gunnen. Superslim staat zeker niet gelijk aan succesvol op school. Onderpresteren ligt op de loer. Het is waar, om ergens voor gemotiveerd te raken, is autonomie nodig. Dus het gevoel dat je er zelf iets over te zeggen hebt. Ooit hebben Ryan & Deci onderzocht welke factoren voor motivatie een rol spelen en dat zijn competentie, relatie en autonomie.

Dus stel je de volgende situatie voor. Je bent een puber zonder wiskundeknobbel, je hebt een heks van een wiskundedocente, die je verplicht om álle zéventig wiskunde opgaven uit het boek te maken. Tja, dan is blij worden van het vak een onmogelijkheid.

In de literatuur staat te lezen dat voor hoogbegaafden autonomie nog een tikkie belangrijker is. Maar in hoeverre kunnen we dat bieden op een reguliere middelbare school? Dit wordt vaak gezien als een spannend onderwerp, het vraagt ‘loslaten’ van de docenten. We stellen elkaar dan de vraag: In welke mate leert een leerling echt als we hem/haar grote autonomie geven?

In het gesprek vertellen de ouders van deze jongen dat als hij zijn vertrouwen in docenten verliest, ‘hij ze afschrijft’. Dan is de relatie is dus verdwenen. En blijft voor motivatie de factor competentie over. Laten we weer naar wiskunde kijken. Om goede cijfers te halen, heb je een paar dingen nodig. Een sterk werkgeheugen bijvoorbeeld, om getallen en verbanden te kunnen bewerken. Geduld en nauwkeurigheid. Maar ook inzicht, roepen leerlingen al heel snel. Wat mij betreft is inzicht niet iets dat je wel of niet bezit. Je ontwikkelt het. Inzicht heeft te maken met probleemoplossend vermogen. Je krijgt een (wiskundig) probleem en je houdt dat ‘in zicht’ totdat er langzaamaan een oplossingsstrategie ontstaat. En er zijn heel veel oplossingsstrategieën te bedenken, er is niet één route die leidt tot een goed antwoord. Om een probleem op te lossen, heb je een creatieve geest nodig, doorzettingsvermogen, logisch nadenken en iets heel belangrijks: reflectie op de manier waarop je de route tot het antwoord bewandelt.

Al met al vind ik het een hele uitdaging om slimme tieners in het reguliere onderwijs gemotiveerd te krijgen én houden volgens het recept van Ryan & Deci. En dan is het ook nog zo dat zoals het er thuis aan toe gaat, altijd anders zal zijn dan op school. Ik hoop dat deze ouders kunnen vertrouwen op onze aanpak. Maar ja, die appel… en die boom…

woensdag 12 oktober 2016

Jouw IQ is niet je cijfer



Afgelopen maand heb ik op ouderavonden presentaties mogen houden over Executieve Functies. Executieve Functies zijn breinfuncties die vaardigheden verzorgen, die mensen nodig hebben om taken effectief uit te voeren en problemen op te lossen. De bekendste is waarschijnlijk het werkgeheugen, we onderscheiden er 11 in totaal (zie figuren).

Als we kijken naar het brein van de talentvolle puber dan zien we dat juist bij slimme pubers de executieve functies niet altijd goed ontwikkeld zijn. Dit kunnen we verklaren doordat intelligente leerlingen zo gemakkelijk door de basisschool heen 'fietsen' dat ze niet geleerd hebben om met tegenslagen om te gaan (flexibiliteit), niet zo'n last hebben van uitstelgedrag (taak initiatie) en niet weten hoe je volhoudt om een doel te bereiken (doelgericht doorzettingsvermogen), om maar een paar voorbeelden te noemen. Dit soort ouderavonden zijn een hit. Dan zie ik ouders een "ahaaa"-erlebnis meemaken. Wat ik dan ook uitleg is het RITS-principe.

"Je krijgt geen cijfer voor je IQ alleen" zeg ik weleens tegen leerlingen. Natuurlijk, als je slim bent dan helpt dat. Maar als je met dat slimme koppie achterover leunt en niet zo geweldig je werk organiseert, dan is het resultaat teleurstellend. De inzet die je toont en de strategie die je hanteert voor je schoolcarriere, bepalen samen met het talent dat je hebt je cijfers. En hebben samen een grotere invloed op het resultaat dan je talent! Dus: Resultaat = Inzet x Talent x Strategie, oftewel de RITS.

Het leukste vond ik tijdens die voorlichtingsavonden toen er ook een paar 5VWO leerlingen in de zaal zaten. Ook bij hen zag ik zo'n enorme herkenning. Tot grote schaamte bij hen. Gelukkig waren er ook nog ouders die zo eerlijk waren dat ze zelf ook echt nog niet alle vaardigheden beheersen. En u?







zaterdag 11 juni 2016

Kauwgom

Ik kijk nog één keer goed de klas door en tel 4 malende monden. Kauwgom. Deze pubers weten heel goed wat de schoolregels zijn en om kauwgom-puisten onder tafeltjes te voorkomen vraag ik regelmatig of ze hun mond willen legen boven de vuilnisbak. En toch sta ik nu in tweestrijd.

En dat is de schuld van Prof. Dr. Erik Scherder, die mij geleerd heeft dat kauwgom eten een heel positief effect op het brein heeft. Dat als wij kauwen, we eigenlijk in beweging zijn. Laten we het niet meteen 'sporten' noemen, maar toch, onze kaken verrichten arbeid. Door te kauwen gaat ons hart sneller kloppen. Door te kauwen krijgt één van de halsslagaders een geweldig verbeterde doorbloeding. En laat nu die slagader de boosdoener te zijn in 80% van de herseninfarct gevallen.

Maar kauwen veroorzaakt nog meer goeds. Er lijkt een connectie te zijn met het werkgeheugen en alertheid en aandacht. Tijdens het kauwen zou juist de prefrontale cortex beter doorbloed zijn en meer zuurstof en suikers aangevoerd krijgen. Ook zouden we door het kauwen meer geprikkeld zijn, waardoor onze aandacht verscherpt. Boeiend is een onderzoek waar de resultaten van een psychologische test vergeleken werden tussen 2 groepen, als de ene groep de kauwgom uitspuugde na 5 minuten en de andere groep doorkauwde. Kauwgom kauwen voordat je aan een taak begint blijkt veel meer positieve effecten op het werkgeheugen en aandacht te hebben.

Dus... tja, wat zal ik nu eens doen met die kauwende leerlingen?

Het is aan te raden om eens het filmpje van dr Erik Scherder te bekijken, getiteld: "Waarom vanillevla onze hersenen vernield". Niet alleen leerzaam, maar ook geestig.

maandag 28 maart 2016

Korte lontjes en explosieve reacties



In een eerdere blog liet ik jullie kennismaken met het reptiel dat in iedereen schuilt. Als je dacht dat het niet schizofrener kon worden dan dat, hou je vast: er is ook nog een zoogdier! In het zoogdierenbrein (of limbisch systeem) zetelen de emoties, verzorgd door de hersendelen amygdala (angst, woede), insula (afkeer, walging) en de nucleus accumbens (blijdschap, beloning).

Er zijn primaire en secundaire emoties. Primaire emoties worden automatisch en onbewust opgeroepen. Als je ergens van schrikt, of zelfs maar kijkt naar een geschrokken gezicht (zoals van de vrouw hierboven) dan wordt de amygdala geactiveerd. Wij verschillen daarin niet van zoogdieren. Denk aan de geschrokken kat met ook een zeer actieve amygdala. Maar wij kunnen ook complexere secundaire emoties voelen, zoals teleurstelling en ontroering. Deze emoties beleven we wél bewust en zijn een gevolg van eerdere ervaringen, oordelen en opvattingen in je leven. 
Dan nu onze pubers, met een iets ander brein dan dat van ons volwassenen. De hypothalamus reguleert de afgifte van de hormonen oestrogeen en testosteron. Hormonen zijn erg belangrijk voor de hersenontwikkeling, maar stimuleren ook de hersengebieden die emoties verwerken, zoals de amygdala. Daarmee zorgen ze voor snellere en grotere stemmingswisselingen, boosheid en blijheid wisselen elkaar snel af. U kent dat vast wel: korte lontjes en explosieve reacties, nietwaar?

Susanna's dilemma: 'Als ik vanavond naar dat feestje ga heb ik een leuke avond, maar zal mijn oma teleurgesteld zijn dat ze me morgenochtend weer niet in de kerk ziet.' 

Het afwegen van emotionele beslissingen wordt geregeld in de orbifrontale cortex (onderdeel van de neocortex), waar emoties en lichaamssensaties (het "onderbuik"-gevoel) samenkomen. Hier worden secundaire emoties gevormd. Omdat dit hersengedeelte langzaam rijpt, tot zelfs wel 18 jaar, kunnen pubers nog niet goed een gewogen beslissing nemen. En als ook nog het rap reagerende zoogdierenbrein de overhand heeft, begrijpen we waarom pubers langetermijn denken zo lastig vinden. En Susanna daar onze hulp bij nodig heeft. Ach, we herkennen dit vast nog wel van vroeger, toch?




woensdag 2 maart 2016

XTC en effecten



Mensen vragen mij nog weleens of ik stiekem toch niet ook een pilletje in neem als ik naar een feest ga. Het 'probleem' is dat ik teveel weet wat de 'lovedrug' met je lijf en je brein doet, waardoor ik er niet over pieker om het zelfs maar te proberen. Ik vond het tijd om jullie te laten delen in mijn kennis over XTC.

Als je xct neemt voel je je aan de ene kant wakker en scherp, maar ook ontspannen en open. Na 20 minuten komen in je hersenen een extra hoeveelheid van 3 hormonen vrij: serotonine, oxytocine en vasopressine. Serotonine is het gelukshormoon en verzorgt de temperatuurhuishouding. Oxytocine is het knuffelhormoon. Vasopressine verscherpt de aandacht en ondersteunt de nieren.

Het gebruik van xtc geeft minder overlast dan alcohol (dronkelappen zijn vervelender dan knuffelberen) en je kunt er niet verslaafd aan raken, hoogstens afhankelijk van. So far so good.

Maar dan de belangrijkste risico's: oververhitting en watervergiftiging. Als je xtc slikt, neemt je lichaamstemperatuur toe (serotonine effect), waardoor je oververhit kunt raken. En aangezien veel van die feestjes zich afspelen in overvolle zalen, waarbij mensen staan te dringen voor het podium, is dit een reëel gevaar. Xtc zorgt er ook voor dat je nieren vocht gaan vasthouden (vasopressine effect). Je zult dan ieder uur een glas water moeten drinken, maar teveel water veroorzaakt watervergiftiging. Er hoopt dan vocht op in je hersenen, ook wel hersenoedeem genoemd.
Voor een heel heldere uitleg over xtc en watervergiftiging, bekijk onderstaande video.



Al met al loop je met xtc hersenbeschadiging op, vooral met een effect op je geheugen en concentratie en stemming. De verstoring op het geheugen is aanzienlijk. Er zijn testen bekend waarbij zelfs bij beginnende gebruikers (1.6 tot 8 pillen geslikt) slechter scoren op een test waarbij ze een reeks woorden moeten onthouden. Als je ieder weekend flink xtc slikt, gaan hersencellen die serotonine produceren kapot. Dan heb je in elk geval steeds meer xtc nodig voor hetzelfde effect. Voor meer informatie over andere gezondheidsrisico's: Gezondheidsrisico's Ecstacy (door CastleCraig).

Ik hou het bij mijn eigen Van Soelen - gepatenteerde xtc: het broodje shoarma met veel knoflook. Rond 03.00u graag.


woensdag 17 februari 2016

Multitasken bestaat niet!



Heb jij ook wel eens gedacht dat je zo goed bent in multitasken? Ik moet je teleurstellen: ons brein is daar helemaal niet toe in staat. De definitie van multitasken is het tegelijkertijd afhandelen van meerdere denkprocessen, zonder snelheids- of nauwkeurigheidsverlies. Op de automatische piloot fietsen is geen actief denkproces, maar Whatsappen én vergaderen of leren wel en gaan dus niet samen.

"Welk meisje?"
Het knelpunt zit in het werkgeheugen dat maar één ding tegelijkertijd kan verwerken. Aan de universiteit van Utah wordt al jaren onderzoek naar multitasken gedaan. Tijdens een onderzoek waarbij in een computersimulatie de combinatie autorijden+bellen vergeleken werd met autorijden+alcohol waren de resultaten opzienbarend. Toen gevraagd werd, wie het meisje met de rode jas had gezien, zeiden de dronkenlappen zich de rode jas niet te herinneren. De bellers hadden helemaal geen meisje gezien!

Wat we eigenlijk doen is task-switching: omschakelen van een taak naar een andere en terug. En dat vraagt iedere keer weer extra tijd (de switching penalty) om de taak op te starten. Als je bij je huiswerk Facebook checkt bijvoorbeeld. Daardoor kost geschiedenis leren totdat je het beheerst mét je mobiel ernaast bijna 2 keer zoveel tijd!

Er is zelfs uit onderzoek gebleken dat meer multitasken leidt tot een kleiner werkgeheugen. Daardoor ben je sneller afgeleid (zelfs meer sensatiebelust) en kun je je steeds slechter concentreren en zullen schoolresultaten achteruit gaan.

Samengevat, huiswerk en social media samen leiden tot
1. Langere benodigde studieduur totdat iets beheerst wordt,
2. Lagere cijfers en
3. Het missen van belangrijke zaken.

Als jij me nog niet gelooft, probeer eens bovenstaande kleurentest. Klok de tijd die je nodig hebt om van de woorden in beide kolommen de juiste kleur waarin ze gedrukt zijn op te noemen. Moeilijk hè...

(Veel van bovenstaande informatie leerde ik tijdens het bijwonen van een lezing van prof. dr. Paul Kirschner. Zijn blog is een bezoek waard)

zondag 7 februari 2016

Ons werkgeheugen


" OH NEE POEP!! Ik ben vergeten welke automerken ik aan het tellen was!! Aaaarchhh!"

Mijn zoon zit naast me in de auto en is bezig met een 'ik-tel-auto's'-breinopdrachtje dat ik hem gegeven heb. Hij heeft al 83 Opels en 110 Volkswagens geteld en speurt verwoed beide weghelften af. En dan is zijn werkgeheugen het even kwijt.

Het werkgeheugen is het vermogen om informatie gedurende een tijdspanne vast te houden. Dit is als een soort mentaal kladblok waarop je informatie vast houdt voor een tijdje en bewerkt.

Je gebruikt het werkgeheugen de hele dag voor het oplossen van grote en kleine problemen. Dus als je auto's telt op de snelweg. Of wanneer je in de supermarkt je boodschappenlijstje moet aanpassen omdat een essentieel ingrediënt niet te krijgen is. Ga maar eens 125 maal 34 uit het hoofd uitrekenen, een sudoku maken. Je werkgeheugen is dan hard aan het werk!

Je werkgeheugen houdt je doelen voor ogen en stuurt bij, zorgt voor verbindingen tussen allerlei informatie waardoor je nieuwe, creatieve dingen kunt bedenken.

Uit hersenscans is gebleken dat twee delen van de neocortex actief worden bij het activeren van het werkgeheugen, de frontale en pariëtale cortex. Het werkt samen met het lange termijn geheugen.

Als je werkgeheugen niet optimaal functioneert, merk je dat doordat het vermogen om je aandacht ergens bij te houden slecht is. Zo heeft mijn zoon met ADHD een Cogmed werkgeheugentraining gedaan. Door de training is zijn focus verbeterd. En houdt hij Opels en Volkswagens beter uit elkaar.

Wat kun je (naast die sudoku en hoofdrekensommetjes) als volwassenen doen om je focus en werkgeheugen te verbeteren? Gek genoeg helpt sporten en bewegen.
Duurtraining zorgt voor de aanmaak van nieuwe bloedvaten, waardoor de neocortex beter doorbloed is.

Sporten waarbij je over een beweging moet nadenken, zoals taekwondo en yoga, vragen aandacht. Daardoor train je bij yoga niet alleen de "Danser", maar ook je werkgeheugen. Mooi meegenomen. Ook voor mannen, trouwens.